Foto: Gijs de Kruijf (c)

Column #34 Noks Nauta De hoogbegaafde als mens en niet als ‘geval’

Een buitengewoon prettige sessie met psychiatrisch verpleegkundigen in opleiding zette Noks aan tot het schrijven van deze column.

De hoogbegaafde als mens en niet als ‘geval’

In een opleiding voor psychiatrisch verpleegkundigen mocht ik een gastles verzorgen over hoogbegaafdheid. Dat doe ik altijd graag! De studenten werd gevraagd om hun vragen aan mij van te voren te formuleren. Dat leverde een interessant lijstje op, zoals: Ben je gelukkiger met of zonder hoogbegaafdheid? Heb je ook ‘zwakke’ kanten? Wat maakt je anders dan mensen die niet hoogbegaafd zijn?
Het werd een buitengewoon prettig gesprek. De kennis over hoogbegaafdheid vertelde ik mede aan de hand van mijn eigen ervaringen en gevoelens en op basis van de vele verhalen die ik heb gehoord. Ze vroegen door en er werd af en toe flink gelachen. Wat ik met dit soort voorlichting wil bereiken, is dat hoogbegaafdheid uit de taboesfeer komt. Als met name professionals het dan gaan herkennen, hoop ik dat ze iets gaan begrijpen van het gevoel van hoogbegaafd zijn en met name het ‘anders’ zijn.
Zo fijn en positief dat deze studenten interesse hebben in de hoogbegaafde als mens en niet in de hoogbegaafde als ‘geval’, zoals het in de psychiatrie wellicht zou kunnen zijn. De vragen kunnen trouwens ook interessant zijn om als hoogbegaafden onder elkaar te bespreken!