Dolores Leeuwin in NRC Next: “Ik wil degene zijn die hoogbegaafdheid cool maakt”

Soms moet ik mijn brein even uitzetten

Presentator van Het Klokhuis Dolores Leeuwin ontdekte tijdens een IQ-quiz dat ze hoogbegaafd is. Dat inzicht heeft haar leven veranderd. „Ik kan mezelf nu veel beter plaatsen.”

Door Thomas Rueb

Uit: NRC Next van maandag 23 december 2013

Haar huis brandde volledig uit. Alleen het geraamte stond nog: de muren, maar dan zwartgeblakerd. Kortsluiting, toeval. Even moest Dolores Leeuwin (42) wegkijken toen alle spullen eruit geschept werden, háár spullen, de randvoorwaarden die een mens een levenlang om zich heen verzamelt en die nu liefdeloos in een afvalcontainer verdwenen. Maar verder heeft ze er niet lang bij stilgestaan. Het zijn uiteindelijk toch maar spullen, zegt ze. En: gelukkig waren zij en haar zoontje niet thuis.

Ze woont nu op een bungalowpark even buiten Amersfoort. Nog een paar maanden, tot haar huis weer is gerestaureerd. Leeuwin haalt haar schouders op, terwijl ze de waterkoker leegt boven een glas oploskoffie. „Als dit een paar jaar geleden was gebeurd, dan had ik ergens in een hoekje zitten huilen. Nu niet. Nu kan ik het hebben.”

Normaal, maar toevallig heel slim

In oktober won Dolores Leeuwin de maatschappijprijs van het Mensa Fonds, een stichting die zich inzet voor hoogbegaafden. Als presentator van Het Klokhuis is zij volgens de stichting een rolmodel voor hoogbegaafde kinderen.

Uit het juryrapport: ‘Voor kinderen is Dolores Leeuwin een eigentijds voorbeeld van een ‘normale’ volwassene die toevallig heel slim is. Met haar frisse blik maakt ze het verschil: ze weet ze het onderwerp interessant te maken en laat zien dat het nooit te laat is om op zoek te gaan naar de persoonlijke betekenis van een hoog IQ.’

Leeuwin, bekend als presentator van kinderprogramma Het Klokhuis, is een ander mens nu. Gelukkiger, in balans.

Eén van de redenen daarvoor is een ontdekking die haar nieuw inzicht in haar leven en haar karakter heeft gegeven. Dat kwam ook door toeval. Vorig jaar werd ze gevraagd om mee te doen aan het tv-programma De Nationale IQ Test. Ze won, tot haar eigen verbazing, en niet zo’n klein beetje ook: Leeuwin bleek te beschikken over een IQ van 159. Ter vergelijking: 100 is gemiddeld, de befaamde natuurkundige Stephen Hawking heeft 160.

Leeuwin is, op zijn zachtst gezegd, hoogbegaafd. Dat verklaart achteraf veel, zegt ze. „Ik kan mezelf nu veel beter plaatsen.”

Wanneer Leeuwin spreekt, begrijp je waarom ze bij Het Klokhuis werkt. Als ze haar tong uitsteekt, theatraal rolt met haar ogen of haar woorden kracht bijzet met wilde armgebaren. Maar ze heeft ook een introverte kant. Het is de einzelgänger in haar die ze beter is gaan begrijpen nu ze van haar hoogbegaafdheid weet.

Nooit een vermoeden gehad?

„Nee. Weet je, ik sprak volzinnen op mijn tweede, las al heel snel Engelse boekjes – nu zegt me dat iets, maar toen wist ik niet beter dan dat het normaal was. Ik had geen referentiekader. Er was ook nooit iemand die tegen me zei dat ik heel erg slim was, of zoiets. Maar ik merkte best dat ik anders was dan anderen.”

In welk opzicht?

„Ik paste er niet tussen. Het liefst was ik in mijn eentje, dan was ik het meeste op mijn gemak. Ik wilde wel zijn zoals mijn vriendinnen – gewoon, een lekker wijf – maar dat lukte niet. Achteraf zie ik dat ik me continu aan het aanpassen was, omdat ik niet begreep hoe ikzelf in elkaar zat. En als dat niet lukt, dan trek je jezelf terug. Op feesten zat ik met een boekje in een hoekje. Het werd anders te druk in mijn hoofd. Toen ik hoorde ‘je bent hoogbegaafd’, dacht ik: óóóh, maar wacht even, dus daarom doe ik dat. Toen vielen de puzzelstukjes op hun plek. Daarvoor merkte ik wel dat mensen om mij heen anders tegen de wereld aankeken dan ik, maar hoe dat kwam wist ik niet. De havo was voor mij een hel.”

Je sprak volzinnen op je tweede, maar je ging niet naar het vwo?

„Hoogbegaafdheid betekent niet dat je tienen haalt. Dat denken mensen altijd. Ik heb juist met heel veel moeite de havo afgemaakt. Achteraf denk ik dat het komt omdat ik nooit heb leren leren. Tot de middelbare school ging alles vanzelf, ik heb nooit moeite hoeven doen om kennis te verwerven. Toen dat opeens wel moest, ging me dat heel slecht af.”

Wat betekent hoogbegaafdheid bij jou?

„Ik ben hoogsensitief, krijg te veel prikkels binnen. Mijn brein drááit maar door. Ik leg constant verbanden die anderen nog moeten maken. Dat klinkt leuk, maar het kan knap lastig zijn. Je loopt altijd een paar stappen voor. Dat wordt vaak uitgelegd als bijdehand of ongeduldig. Dan zeggen mensen: hoho, en nu even kalm. De meeste hoogbegaafden die ik ken, en ik ben ook zo, die springen meteen de diepte in. Mensen hebben daar moeite mee, die kunnen het niet volgen. Daar word je dan zelf weer onzeker van. Je weet niet hoe het komt.”

Ben je veranderd, nu je dat wel weet?

„Ik ben veel zelfverzekerder geworden. Ik maak me er niet meer druk om. Nu weet ik dat ik af en toe gas terug moet nemen, en dat doe ik dan ook. Als ik uit werk naar huis rijd, dan gaat de radio op 10. Of ik mediteer of ga hardlopen. Even mijn brein uitzetten. Zo houd ik de wereld buiten, anders functioneer ik niet meer. Dan kan mijn zoontje tegen me praten, maar dan hoor ik hem simpelweg niet. Ik moet goed de momenten kiezen waarop druk ben met mensen en wanneer ik alleen ben en rust in mijn kop creëer.”

Dat lukt je wel?

„Nu wel. Zes jaar geleden ben ik gescheiden. Als je niet weet wie je zelf bent, dan werken relaties met anderen ook niet. Toen ben ik bewust met een soort traject begonnen: uitvinden wie ik nou eigenlijk was, waarom ik deed wat ik deed. De ontdekking dat ik hoogbegaafd ben, voelt een beetje als het einde daarvan.”

De vloer van Leeuwins bungalow ligt bezaaid met papier: vliegtuigjes, groot en klein, die ze met haar zoontje Vince (8) heeft gevouwen. „Dat helpt hem rustig maken”, vertelt ze. Sinds een paar maanden weet ze dat ook hij hoogbegaafd is.

„Ik zie bij hem gebeuren wat mij ook overkwam: dat hij merkt dat mensen anders zijn dan hij. Ik probeer hem te leren om de wereld af en toe buiten te sluiten, zoals ik dat ook doe. Dan ga ik met mijn poot op zijn rem staan: nu even niet met vriendjes spelen, wij gaan vandaag lekker vliegtuigjes vouwen. Vince heeft een IQ van 145.”

Voelt het als een last, zo’n hoog IQ?

„Ja. Mensen plaatsen je in een hokje. Vaak krijg ik van die opmerkingen als: ‘Jij bent hoogbegaafd toch? Hoeveel is dit maal dat dan?’ Alsof je op een cabaretier afstapt: hé, doe eens leuk, doe eens een dansje. Ik merk heel sterk dat als je in Nederland anders bent dan gemiddeld, dat als bedreigend wordt ervaren. Er wordt heel veel aan opgehangen, zo’n IQ. Je kunt wel op een bepaalde manier bedraad zijn, maar je moet er wel mee leren omgaan. Als niemand je dat leert, dan heb je er heel weinig aan. Ja, kun je lekker kruiswoordraadsels maken. Er zijn genoeg hoogbegaafden die totaal niet goed functioneren.”

In oktober ontving je de maatschappijprijs van het Mensa Fonds: je bent een rolmodel voor hoogbegaafde kinderen. Zie je dat zelf ook zo?

„Jawel. Ik word regelmatig door kinderen op straat aangesproken: ik ben net als jij, zeggen die dan, ik ben ook hoogbegaafd. Dan denk ik elke keer weer: wow. Ik wil degene zijn die hoogbegaafdheid cool maakt.”