Marie Annick Canoy schreef de volgende recensie over ‘VerpleegThuis’.
Beschrijving van het boek
Teun Toebes (1999) is student zorgethiek en zorgvernieuwer. Hij strijdt voor een betere levenskwaliteit van mensen met dementie.
Op 21-jarige leeftijd maakte Teun Toebes de gedurfde keuze om op de gesloten afdeling van een verpleeghuis te gaan wonen. Niet alleen om te ervaren hoe de zorg voor mensen met dementie verbeterd kan worden, maar vooral om te laten zien dat wij als maatschappij ons beeld van dementie moeten aanpassen. Hij beschrijft de pijnlijke systemen die in de zorg en samenleving heersen en hoe wij deze kunnen veranderen.
Titel: ‘VerpleegThuis’
Auteur: Teun Toebes
ISBN: 9789029544382
Uitgeverij: De Arbeiderspers
Bespreking
Teun komt uit Best, het dorp in de buurt van Eindhoven, waar ik ook woon. Via de plaatselijke media kwam ik met zijn activiteiten in aanraking en vanuit mijn eigen ervaringen met de zorg voor senioren ben ik Teun steeds blijven volgen. Van kleine plaatselijke activiteiten naar steeds meer landelijke aandacht voor zijn missie: een maatschappij die veel meer omkijkt naar mensen die leven met dementie.
En met deze missie start hij dan ook het voorwoord in zijn boek, waarna het boek verder makkelijk leest. Geschreven met veel passie en je als lezer steeds met je neus op de feiten drukkend. Door praktijksituaties helder te omschrijven, door steeds de waaromvraag te blijven stellen, door steeds zichzelf af te vragen of hij deze zorg voor zijn geliefden zo voor zich zou willen zien.
Als lezer met ook de extra aandacht voor de seniore hoogbegaafde volwassene kom ik veel situaties en vragen in het boek tegen die juist extra voor deze groep moeilijk zijn, met als voornaamste pijnpunt het totale gebrek aan autonomie. Geen zeggenschap meer hebben over de grote, maar zeker ook over de kleinste dingen in jouw leven. Niet zelf mogen beslissen of je naar buiten gaat, maar ook of je een echte plant in je appartement wilt. Hoeveel alcohol je mag gebruiken en wanneer, wat je dagbesteding wordt, of de televisie wel of niet aanstaat, wat je wel en niet mag eten en wanneer. Beslissingen die voor jou worden genomen, met veiligheid als belangrijkste uitgangspunt. Met de beste bedoelingen, uitgedacht en besproken met iedereen behalve met jou.
Teun pleit, na een zorgvuldige, heldere, kwetsbare beschrijving van zijn ervaringen als bewoner van een verpleeghuis, aan het eind van het boek de mens met dementie te zien als een gelijkwaardig mens (gelijkwaardigheid), een mens die ertoe doet (inclusiviteit), een volwaardig mens (volwaardigheid) en een mens met wie je contact kunt maken (wederkerigheid). Want, zo stelt hij, alleen als wij de mens blijven zien, zal hij nooit verdwijnen.
Voor wie is dit boek aan te raden?
Het boek is geschreven voor iedereen die te maken heeft met mensen met dementie, zowel persoonlijk als professioneel. Het boek geeft in heel eenvoudig te lezen bewoordingen weer wat letterlijk en figuurlijk het gezichtsveld is van deze doelgroep en combineert daarmee de huidige situatie met protocollen vanuit ‘veiligheid boven alles’. Teun laat je duidelijk nadenken over de knelpunten tussen dementie en autonomie, over wat we als samenleving geaccepteerd hebben als zorg voor deze doelgroep en spreekt ook zijn hartenwensen uit.
Omdat het zo goed beschrijft hoe de persoon met dementie zich voelt en omdat hierbij ook de autonomie veel aan de orde is, vind ik dat het boek heel geschikt is om mensen in de ouderenzorg te laten nadenken over hoe hoogbegaafden dementie ervaren.
Het boek vind ik ook heel geschikt voor hoogbegaafde mensen met beginnende dementie en hun naasten om in gesprek te komen over de eigen wensen, uitgangspunten en behoeften.
Marie Annick Canoy, specialist begaafdheid, betrokken bij o.a. de werkgroep hoogbegaafde senioren van het IHBV.